Haar borsten dragen de avondzon
Haar borsten dragen de avondzon
in zilt katoen.
Eindelijk zomer.
Immer stroomt
Immer stroomt
verscholen in duister
tussen verichte oevers, en
diep onder mijn tred
de rivier
lakens
Lakens
een lichte zucht
van het liefdesspel van zojuist
Laat mij nog éénmaal
Laat mij nog éénmaal
zoute lippen kussen
waar overheen
een gestrekte horizon
Witgekraagde berken
Witgekraagde berken
een strijkende winterzon.
Ik dichte jou
eenzelfde schoonheid toe.
oogst op glooiende velden
oogst op glooiende velden
het peppelblad wiegt
eenzaam in de wind
de warme dag
verleden